download pdf

GOING  MERZ / HIER

 

MARK VAN OVEREEM / SASKIA

 

20 mei t/m 24 juni

 

Het werk van beide kunstenaars kan worden gerelateerd aan dat van Kurt Schwitters.

Kurt Schwitters (1887 – 1948) was een Duitse kunstenaar, dichter en klankkunstenaar. Hij maakte onder meer deel uit van de DADA-beweging in de jaren twintig van de vorige eeuw. Via een Nedelandse Dadaist – Theo van Doesburg – leerde hij ook de gebroeders Rinzema uit Drachten kennen.

Van Doesburg kende de gebroeders Rinzema onder meer van een opdracht van de Gemeente Drachten: het ontwerpen en uitvoeren van de kleuren van huizen en gebouwen in een wijk in Drachten. Deze wijk zou daarna bekend staan onder de naam ‘De Papagaaienwijk’.

Van Doesburg organiseerde onder meer zogenaamde ‘DaDa-avonden’, waarvan de laatste in Drachten en met de gebroeders Rinzema en in aanwezigheid van Schwitters plaatsvond. Dit waren legendarische avonden waarin het gedachtengoed van DaDa werd verbeeld. Avonden met een afwisseling van kolder en ernst; met voordrachten van gedichten en teksten, muziek, klankdichten, verkleedpartijen en ter plekke gemaakte beeldende kunst. Avonden, waarvan men nu zou zeggen: een multimedia-event. (april 1922)

Naar verluidt waren er op deze laatste DaDa-avond zo’n veertig bezoekers aanwezig. Een aantal waarvan technocraten nu zouden zeggen: zeer beperkte achterban en niet echt de moeite waard.

 

De invloed van Schwitters en de DadDa-beweging op de kunsten is echter groot geweest en is dat nog steeds (al weten jonge kunstenaars van diverse disciplines dat soms niet).

Een beroemd ‘gedicht’ van Schwitters is bijvoorbeeld dit:

‘wij w88888888’.

In de hedendaagse typografie en grafische vormgeving ziet men regelmatig dit soort taalgrappen terug.

 

Kurt Schwitters is – behalve als dichter – ook wereldberoemd geworden als beeldend kunstenaaar. Dat betreft dan zijn collages, die onder de algemene titel ‘Merzbilder’ de wereld ingingen. De naam is afgeleid van een van de eerste collages waarin een advertentie van de KOMMERZ UND PRIVATBANK was gebruikt en waarbij alleeen het woord MERZ nog te lezen was.

In de opvattingen van Schwitters waren zijn collages democratisch van aard – men zou ook kunnen zeggen anarchistisch. Er was geen onderwerp of geen hoofdzaak aan te wijzen in deze samenvoegingen van teksfragmenten, afbeeldingen en materialen. Alles was even belangrijk in het beeld. Dat ze toch een grote zeggingskracht hebben is uiteraard de ‘hand van de meester’.

De collage-achtige werken en schilderijen die men tegenwoordig veelvuldig ziet - werken waarin allerlei elementen, vormen en figuren worden samengevoegd tot een beeld – hebben hun oorsprong duidelijk in het –toen- vernieuwende werk van onder andere Kurt Schwitters.

 

De faam van Schwitters wordt – zoals zo vaak: na zijn overlijden – legendarisch met zijn ‘Merzbau’. Vertrekken in woningen in respctievelijk Duitsland, Engeland en Noorwegen werden door hem omgebouwd tot een soort ruimtelijke collages. Met grote en kleine kubistische vormen van allerlei materialen werden woonvertrekken, bad- en slaapkamers veranderd in onwerklijke ruimtes met vrremde constructies en doorkijken, die in niets meer herinnerden aan de oorspronkelijk functie van het betreffende vertrek. Projecten die jaren in beslag namen en waarvan de resultaten nu nog slechts op enkele foto’s te zien zijn. Door bombardementen in de Tweede wereldoorlog en branden in de onder handen genomen huizen is het overgrote deel van de ‘Merzbau’ verloren gegaan. Wat overbleef is de legende en het feit dat Schwitters daarmee een van de grondleggers van de zogenaamde installatiekunst is geworden.

 

Beide kunstenaars – Koops en van Overeem – zijn schatplichtig aan Schwitters.

 

Saskia Koops (Meppel, 1969) werkte de afgelopen twee weken in K09 aan een installatie van werk, waarin spiegelingen, vervagingen, licht en organische vormen een rol spelen. Mogelijk strekt het voortdurend herschikken, opnieuw arrangeren, weghalen en toevoegen van elementen zich uit tot de gehele expositieperiode en vergelijkbaar met de werkwijze van Schwitters.

Ze noemt haar installatie ‘HIER’ en haar uitgangspunten verwoordt ze – zoals Schwitters dat zou doen – in min of meer dichtvorm:

 

 

 

 

HIER

 

 

 

afbreken

opbouwen

vernietigen

het begint met opbouw

zoeken

zoeken

aftasten

en dan vernietigen

totaal

 

en opnieuw

van voren af aan

maar niet op dezelfde manier

 

 

 

 

 

de kleine ruimte van kunstruimte 9 vormt het vertrekpunt

 

 

 

Saskia Koops studeerde in 2007 af aan de tweede-fase opleiding in Groningen – het Frank Mohr Instituut – en exposeerde onder meer in Hotel Mariakapel in Hoorn; Defka in Assen en de stichting WEP in Groningen.

 

Mark van Overeem (Houten, 1970) woont en werkt in Den Haag. Van Overeem is zelf verre familie van Schwitters. Bij hem leefde al langer het idee ‘daar ooit iets mee te doen’. De gelegenheid om in de grotere ruimte van K09 zijn werk te presenteren resulteert dan ook in de installatie ‘Goning Merz’,

De ruimte van K09 wordt gekanteld, gespiegeld en gedraaid in grote fotowerken. Vooral het werk dat is aangebracht op de achterwand van K09 – een soort verdubbeling van de ruimte in fotografie – vetoond een illussionistisch perspectief, waarbij de artificiele ruimte ook daadwerkelijk lijkt te veranderen afhankelijk van het standpunt van de kijker. Let bijvoorbeeld op de afgebeelde radiator in de rechterbenedenhoek: een merkwaardig fenomeen.

Over zijn bijdrage aan de presentatie schreef van Overeem onder andere de volgende tekst:

‘Going Merz van Mark van Overeem is een plaatsgebonden ruimtelijk werk dat de Merzbau van Kurt Schwitters (Hannover, 1887 – Kendal (Ambleside), 1948) verkent. Merz is de term die Schwitters gebruikte voor al zijn collagewerk. De collage belichaamde, als een taal van fragmentatie, een breuk met de traditie en drukte als een niet-hiėrarchische wijze van representeren sociale waarden uit die geassocieerd werden met een democratische regeringsvorm. In 1920 zei Schwitters: “Merz staat voor bevrijding van alle ketenen.” In die zin is dit uitgangspunt blijvend actueel.

Rond de jaren 20 begon Schwitters de ruimten in zijn huis te vervormen door er allerlei kubistische vormen in aan te brengen. Alle wanden, het plafond en een deel van de vloer betrok hij erin. Deze wijze van bouwen noemde hij ‘Merzbau’. Het resultaat was een vreemd ingedeelde ruimte die op zichzelf een bouwwerk vormde. Waar Kurt Schwitters in zijn tijdsgewricht met Merz stond voor het bevrijden van de ketenen, wil Mark van Overeem in Going Merz hetzelfde tot uiting brengen door middel van het verbinden van de ruimte en de denkbeeldige ruimte.’

 

Mark van Overeem wordt vertgenwoordigd door Galerie Wit (Wageningen en Amsterdam) en stelde zijn werk onder andere tentoon op RAW-Art Rotterdam, in het Mondriaanhuis in Amersfoort; het Museum Zwolle en binnenkort in de Vishal in Haarlem, het Gemeentemuseum Den Haag en Galerie Witzenhausen in New York.

 

Joke Vos/Jacob van der Veen – K09

www.markvanovereem.nl
logobenremkes